Wmo-tarieven zijn onvoldoende in helft gemeenten

Vr 14 juni

In de helft van de gemeenten waar de grootste aanbieder van huishoudelijke hulp Tzorg werkt, zijn de Wmo-tarieven nog steeds niet voldoende om de kosten te dekken. Vooral de indexatie van prijzen is een probleem. Tzorg-directeur Marianne de Winter: ‘Gemeenten hebben het moeilijk vanwege de tekorten op de jeugdzorg, maar daar mogen wij niet de dupe van worden.’

Bieden gemeenten kostendekkende tarieven in de Wmo? Werkgevers en vakbonden gaven in 2018 herhaaldelijk alarmerende signalen af. Gemeenten zouden de nieuwe loonschalen voor huishoudelijke hulp (HV-loonschalen), ingegaan op 1 april 2018, negeren. Ook zijn er gemeenten die de loonsverhoging van 4 procent van cao verpleging en verzorging per 1 oktober 2018 naast zich neerleggen.


Foto: Marianne de Winter

AMvB-pichtige gemeenten

De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële prijs, die in 2016 is ingegaan, verplicht gemeenten een ‘reëel tarief’ te stellen. Een tarief dus waarmee zorgaanbieders hun medewerkers volgens de cao VVT kunnen uitbetalen. Gemeenten zijn ‘AMvB-plichtig’ als ze na juni 2017 opnieuw aanbesteden of een contract verlengen. Voor een reëel tarief kunnen ze zich baseren op de rekentool, opgesteld door vakbonden en werkgevers, die alle elementen voor een reële kostprijs meeneemt.

 

Tzorg heeft overzicht

Tzorg heeft als grootste werkgever in de Wmo een goed overzicht in hoeverre gemeenten kostendekkende tarieven bieden. Met een omzet van 163 miljoen euro en circa 10.000 medewerkers is Tzorg landelijk de grootste aanbieder van huishoudelijke hulp. Tzorg is actief in 273 van de 355 gemeenten. Van die 273 zijn er 203 ‘AMvB-plichtig’. Daarnaast zijn er 23 gemeenten die weliswaar niet AMvB-plichtig zijn, maar dat wel doen. Zij hebben de tarieven tussentijds al aangepast aan de stijging van het inkomen in de cao. Van de 273 gemeenten kan Tzorg in 83 procent de nieuwe HV-loonschalen uitbetalen.

 

Stoplicht-systeem

Toch is Tzorg-directeur Marianne de Winter maar over de helft van gemeenten echt tevreden. Tzorg heeft een stoplicht-systeem bedacht om in kaart te brengen hoe gemeenten met de AMvB omgaan. Niet alleen de hoogte van het tarief bepaalt of het stoplicht op rood, oranje of groen springt. Ook de wijze van prijsindexatie is essentieel, legt De Winter uit. ‘Als de indexatie van kosten niet klopt, lopen we in de toekomst weer vast. Sommige gemeenten nemen de indexatie van het CBS als uitgangspunt, maar die is niet afdoende in de zorg.
Ook zijn er gemeenten die helemaal niet aan indexatie doen. Ik doe een oproep aan alle gemeenten, VNG en VWS om op een eenduidige manier de prijzen te indexeren.’

Daarnaast zitten in het stoplichtmodel ‘softe’ factoren, zoals hoe gemeenten het hele proces van gunnen organiseren. ‘Gebruikt een gemeenten de rekentool? Is er dialoog mogelijk? Zijn gemeenten transparant hoe ze tot een keuze komen?’ Andere zaken waar Tzorg naar kijkt zijn de administratieve lasten die gemeenten leveren en de eisen die ze aan medewerkers stellen. Bij 50 procent van de 203 AMvB-plichtige gemeenten klopt alles helemaal. Bij 20 procent staat het sein op oranje. Het schort bij deze gemeenten vooral aan een deugdelijk indexatie van de kosten. Bij 12 procent staat het stoplicht op rood, omdat het tarief te laag is of omdat de indexering niet deugt. En dan is er een restgroep zonder kleur van 18 procent van gemeenten die nog helemaal geen tarief voor 2019 hebben vastgesteld.

 

Broodheren

In september 2018 sloot Tzorg rechtszaken tegen gemeenten niet uit, zei De Winter in een interview met Zorgvisie. ‘Dat is nog steeds het geval, maar dialoog heeft uiteraard de voorkeur. Gemeenten zijn onze broodheren. In die gemeenten willen we onze cliënten continuïteit van zorg bieden en onze medewerkers baanzekerheid. We benaderen wethouders en gemeenteraden. We begrijpen dat veel gemeenten financieel klem zitten op het sociaal domein door de enorme kosten op de jeugdzorg. We merken ook dat gemeenten die tekorten afwentelen op de Wmo. Wij mogen niet de dupe worden van de tekorten bij de jeugdzorg. Als de dialoog niets oplevert, overwegen we een sterfhuisconstructie. Dan gaan
we de zorg geleidelijk afbouwen. We gaan dan ook niet meer meedoen aan nieuwe aanbestedingen in zulke gemeenten. Dat is nog niet aan de orde, maar het moment is wel dichtbij.’

 

Berenschot-onderzoek uitgesteld

Onderzoek van Berenschot moet een einde maken aan de onduidelijkheid over de tarieven in de Wmo. Uit een extra tussenrapportage van Berenschot in maart bleek dat eenderde van de gemeenten de tarieven nog niet had aangepast. Inmiddels heeft Berenschot een completer beeld. Het ministerie had een bijeenkomst gepland in april om de bevindingen te delen met veldpartijen. Maar deze bijeenkomst is geannuleerd, omdat er meer tijd nodig zou zijn. In de annuleringsmail wordt een snel een nieuwe datum aangekondigd, maar ook de laatste geplande bijeenkomst op 11 juni is opnieuw geannuleerd. Op 26 juni debatteert de minister met de Tweede Kamer over de Wmo.

Bron: Zorgvisie

 

Terug naar alle nieuwsberichten