Samen thee drinken, babbelen en lachen

Veel, zo niet alles, verandert voor Annemiek Willemen (70) als ze na een hersenbloeding weer naar huis mag. Ze is halfzijdig verlamd, heel vermoeid en heeft concentratieproblemen. Ook praten gaat lastig. Haar woning driehoog aan de Kinkerstraat in Amsterdam-West is niet begaanbaar met een rolstoel. Een aangepast appartement in IJburg wordt geregeld door partner en mantelzorger Dick. Daar ontmoeten we hen samen met thuishulp Naomi Gyamfi – Antwiwaa en Janny, begeleidster bij niet aangeboren hersenletsel.

Een half jaar voor haar pensioen kreeg Annemiek een hersenbloeding. Van de ene op de andere dag veranderde een heleboel in haar leven. ‘Ik ben van oorsprong pedagoog en werkte in het volwassenenonderwijs. Mensen met een leerstoornis, zwakzinnigen en mensen van buitenlandse afkomst leerde ik Nederlands. In de een eerdere Thuis las ik een artikel over laaggeletterdheid, dat sprak me heel erg aan. Ook ik heb in de Stichting Lezen en Schrijven gezeten.’

Nu helpt Annemiek Naomi af en toe met de taal. Naomi is geboren in Ghana en woont ook in IJburg. Al bijna achttien jaar werkt ze in de thuiszorg. Ze is een ongelooflijk fijne en vrolijke hulp die haar werk met enorm veel liefde en plezier doet en heeft altijd een grote glimlach op haar gezicht. Ze maakt iedereen blij waar zij bij in de buurt is. ‘Mensen helpen vind ik fijn. Ik vind mijn werk superleuk en heb er veel van geleerd. Over hoe ik met iedereen om kan gaan. Ik ben heel dankbaar.’

Elkaar begrijpen zonder woorden
Naomi is heel sociaal en het werk als thuishulp past uitstekend bij haar. Ze begrijpt snel en zonder woorden hoe Annemiek zich voelt. ‘Soms is ze vrolijk, dan doe ik vrolijk met haar mee. Als ze zich niet lekker voelt, pas ik me aan’. ‘Naomi weet precies wanneer ze mensen met rust moet laten en wanneer ze grapjes kan maken, dat vind ik heel knap’, vult Dick aan. ‘Emotioneel snapt ze ontzettend veel van mensen. Dat komt waarschijnlijk ook omdat ze al heel lang dit werk doet.’

Goede hulp
Annemiek vertelt dat de tijd voor en na haar hersenletsel er heel anders uit ziet. ‘Nu zit ik in een rolstoel en ik praat slecht. Mensen behandelen me vaak als invalide’, doet ze uit de doeken. ‘Alsof ik een klein kind ben, terwijl ik altijd les gegeven heb. Maar ja, dat gaat wel over als ze me leren kennen.’ Om de boel een beetje op te vrolijken, roept Naomi uitbundig ‘tijd voor appeltaart’ en verdwijnt naar de keuken. Ondertussen vertelt Annemiek verder over hoe ze haar leven weer heeft opgepakt na haar revalidatie. ‘Mijn begeleidster Janny heeft me heel erg geholpen door erover te praten. Ik schrijf nu een boek, een autobiografie.’ Janny is een professional in niet aangeboren hersenletsel en begeleidt mensen zoals Annemiek. Ook haar positieve insteek helpt Annemiek in het dagelijks leven.

Janny: ‘Ik bezoek mijn cliënt wekelijks twee uur. Ik streef er naar om mijn afspraak niet samen te laten vallen met het tijdstip waarop de thuishulp komt. Soms kan dat niet anders en daarom ken ik ook Naomi. Het is meer dan alleen het schoonmaken van het huis. Naomi weet echt contact te maken. Dat vind ik van grote waarde.’

Duimpje omhoog
Annemiek en Naomi hebben een fijn, vriendschappelijk contact. Tijdens de uurtjes thuishulp op donderdag kletsen ze heel wat af; over corona, politiek, het weer of wat er buiten op straat gebeurt. Naomi: ‘Ze kijkt vaak naar mij als ik aan het schoonmaken ben, dat vind ik leuk’ en Annemiek steekt haar duim omhoog ter bevestiging.

‘Of ze gaat zitten lezen, terwijl ik mijn werk doe’, schetst Naomi. Lezen heeft Annemiek altijd al graag gedaan, al gaat dat wel moeilijker sinds de hersenbloeding. Kinderboeken en historische romans hebben haar voorkeur. Soms verrast Naomi Annemiek met een dansje tijdens het schoonmaken. ‘Dat mensen blij zijn, dat is belangrijk. De naam voor ons is hulp, hulp betekent ook oude en zieke mensen zich beter laten voelen.’

Samen een mooie dag maken
Naomi is een vast punt in de week en brengt een hoop positiviteit met zich mee. Het valt niet mee om na een hersenbloeding de dagen weer in te vullen. Dick zegt daarover terwijl hij het laatste stukje appeltaart naar binnen werkt: ‘Annemiek heeft veel rust nodig. Na de hersenbloeding wilde ik voor haar zorgen. In het begin wilde ik alles zelf doen, zonder hulp, maar toen Naomi er eenmaal was, was dat snel over. Het is echt de verdienste van Naomi dat ik dat zo snel aanvaarde.’ Zo is na drie jaar de draad weer opgepakt. En als het toevallig een dag is waarop Annemiek zich niet fijn voelt, gaat Naomi voor haar zingen en zo maken ze er samen toch nog een mooie dag van.