Respect voor elkaar

De klik tussen Veronica en mevrouw Pinas was er vanaf de eerste dag. Dat is nu een jaar geleden. ‘We hebben een fijne band én respect voor elkaar.’ Mevrouw Pinas (88) is geboren in Suriname en woont al bijna vijftig jaar in Nederland. ‘Ze heeft de Nederlandse cultuur volledig geaccepteerd’, vertelt haar Rotterdamse thuishulp Veronica. Cultuurverschil in de thuiszorg, veel thuishulpen krijgen er mee te maken. Hoe verloopt het werken bij cliënten met een andere achtergrond? Leidt het verschil in cultuur tot een andere aanpak of juist nieuwe inzichten? Lees mee met de ervaringen van twee daadkrachtige dames.

Zelf ook geboren in een groot gezin met een hechte familieband, heeft mevrouw Pinas nu negen kinderen en ‘een stuk of negen kleinkinderen’, zoals ze zelf zegt. Al ruim achttien jaar krijgt ze thuiszorg. Over Veronica niets dan goeds.

‘Ze mag niet meer weg. Ik verheug me altijd op maandagochtend. Ze zet haar eigen kopje thee en begint met schoonmaken. Eerst de douche en dan stofzuigen. Afstoffen doe ik zelf.’ Ook al is mevrouw Pinas moeilijk ter been – ze heeft een prothese aan haar rechterbeen, een versleten heup en een hernia – ze helpt Veronica waar ze kan.

Met liefde
Sinds zeven jaar werkt Veronica bij Tzorg. ‘Ik heb hele leuke adresjes. De ene week maak ik schoon op dertien adressen, de andere week heb ik er twaalf. Ik moet wel, want ik ben alleenstaand met drie kinderen, maar ik doe het nog steeds met liefde.’ Met heel veel cliënten heeft ze een band, maar mevrouw Pinas, die heeft een speciaal plekje in haar hart veroverd.

Van cultuurverschillen merken ze beiden niet echt veel. ‘Het verschil tussen Nederland en Suriname is niet zo groot’, vindt mevrouw Pinas. ‘Op school leerde ik Nederlands dus ik sprak de taal al toen we hier kwamen. Het was mijn man die graag weg wilde uit Suriname. Dat was in de tijd voor de onafhankelijkheid.’ Mevrouw Pinas groeide op tussen de sinaasappels op de plantage van haar vader, maar toch mist ze haar geboorteland niet. ‘Ik kan me goed aanpassen. Ik heb nog zusjes daar en neven en nichten, maar ik mis Suriname niet. Het verschil is dat je in Suriname dichter op elkaar leeft. Iedereen die op bezoek komt, mag blijven eten en drinken. Zo ben ik opgevoed.’

Sloffen in m’n tas
‘Bij mevrouw merk ik geen andere gewoontes. Ze heeft echt de Nederlandse cultuur’, beaamt Veronica. ‘Wat mevrouw wel graag wil is dat ik mijn schoenen uitdoe in huis. Maar zij is niet de enige cliënt die dat wil hoor. Zo heb ik altijd sloffen in mijn tas’, lacht ze ‘en nu doe ik het thuis ook zo.’ Zonder probleem past Veronica zich aan. ‘Ja, als het klikt met een cliënt, werk ik mee aan speciale wensen en regeltjes. We moeten respect hebben voor cliënten en zij natuurlijk ook voor de hulpen.

Verschillen in cultuur daar loopt Veronica wel eens tegenaan tijdens haar werk in de thuiszorg. ‘Ik kan niet met alle culturen overweg. Als cliënten willen dat ik me bedek of een hoofddoek draag, gaat me dat te ver.’ En hoe zit het met de Nederlandse gewoontes? Zijn die anders in de ogen van mevrouw Pinas? Zijn er dingen die jullie van elkaar hebben geleerd? Mevrouw Pinas: ‘Het gaat om de liefde die je in je hart hebt, dat probeer ik door te geven. Probeer te begrijpen hoe een ander in elkaar zit. Dat is liefde en respect. Zo kan ik opschieten met iedereen.’

 

‘Wat ik heel leuk vind, is dat mevrouw ’s ochtends meedoet met Nederland in beweging op tv. Als ik bezig ben met poetsen, dan doe ik met de stofzuiger mee.’

 

Een moeilijke tijd
Samen kunnen Veronica en mevrouw Pinas goed praten over wat er gebeurt in de wereld. Nu gaat het vaak over corona. Veronica: ‘Het is best een moeilijke tijd. Vooral die mondkapjes vind ik lastig, maar het moet gewoon.’ Ook mevrouw Pinas ervaart het als een lastige tijd. ‘Iedere zaterdag ga ik naar de kerk, maar nu moet je thuisblijven. Dat vind ik erg. De kinderen en kleinkinderen komen wel, maar knuffelen kan niet meer. We blijven op afstand. Gelukkig kan ik de dienst online volgen via internet, dat regelt mijn zoon voor me.’

En als haar kinderen niet in de buurt zijn, doet Veronica wel eens wat extra’s voor Mevrouw Pinas. ‘Ik ben opgevoed met het idee dat je voor iedereen klaar moet staan.’ ‘Daarom houd ik van je!’, glundert mevrouw Pinas en klapt in haar handen, waarop Veronica haar verhaal besluit: ‘Het voelt een beetje alsof ik haar dochter ben geworden.’

Dit interview is afgenomen voor de nieuwe coronamaatregelen